De Italiaanse vertaling van het werkwoord worden is 'diventare'.
In het Nederlands gebruiken we worden heel regelmatig, maar in het Italiaans komt 'diventare' minder vaak voor. Je gebruikt het eigenlijk vooral als iets echt iets anders wordt. Bijvoorbeeld 'diventare nonno' - grootvader worden of 'diventare povero' - arm worden.
Hoe gebruikt je dan worden in het Italiaans? Er zijn verschillende mogelijkheden.
WORDEN ZIT INGEBOUWD IN EEN WERKWOORD
In het Italiaans zit het werkwoord worden vaak al ingebakken in het werkwoord waar worden op slaat. Vaak zijn dat wederkerende werkwoorden (zie artikel met voorbeelden: Wederkerende werkwoorden in het Italiaans)
Bijvoorbeeld:
'Arrabbiarsi' = Boos worden
'Guarire' = beter worden (van een ziekte)
'Indurire' = hard worden
'Svegliarsi' = wakker worden
'Invecchiarsi' of 'Invecchiare' = Oud worden
'Riscaldarsi' = Warm worden
'Abbronzarsi' = Bruin worden
'Bagnarsi' = Nat worden
'Ammalarsi' = Ziek worden
'Indebolirsi' = Zwak worden
'Impazzire' = Gek worden
'Ubriacarsi' = Dronken worden ('essere ubriaco' = dronken zijn)
'Stancarsi' = Moe worden ('essere stanco' = moe zijn)
Rijk worden = 'Arricchirsi' (in dit geval kun je ook 'diventare ricco' gebruiken)
Arm worden = 'Impoverirsi' (ook hier is, zie het voorbeeld boven, 'diventare povero' OK)
Groot worden = 'Ingrandirsi' ('diventare grande' kan ook afhankelijk van de situatie)
Klein worden = 'Rimpiccolirsi' ('diventare piccolo' kan ook)
Vaak is het wederkerende werkwoord 'worden' en het normale werkwoord 'maken':
'Bagnarsi' = nat worden / 'Bagnare' = nat maken
'Svegliarsi' = wakker worden / 'Svegliare' = wakker maken
'Arrabbiarsi' = boos worden / 'Arrabbiare' = boos maken
Wat voorbeelden in zinnen:
'Lui si è arrabbiato molto ieri sera' = Hij is gisteravond erg boos geworden
'Lei si è svegliata tardi' = Zij is laat wakker geworden
'Mi sveglio sempre presto' = Ik word altijd vroeg wakker
'Lui è invecchiato molto' = Hij is erg oud geworden (in de zin van dat hij er slecht uitziet of lichamelijke problemen heeft)
'Lui è diventato molto vecchio' = Hij heeft een hoge leeftijd bereikt
'Lei si sta invecchiando in fretta' = Ze is snel oud aan het worden
'Lui si è abbronzato in estate' = Hij is in de zomer bruin geworden
'Mi sono stancata' = Ik ben moe geworden (letterlijk: ik heb mezelf vermoeid)
'Ti sei ammalato dopo la terribile cena?' = Ben je ziek geworden na het vreselijke diner?
'Non mi ammalo mai' = Ik wordt nooit ziek / Ik ben nooit ziek
'Pioveva e mi sono bagnata!' = Het regende en ik ben nat geworden!
'La ferita si è rimpiccolita'= De wond is kleiner geworden
'Durante la vacanza si è indebolito' = Tijdens de vakantie is hij zwakker geworden
'Guarda come è diventato grande!' = Kijk eens hoe groot hij is geworden
'Gli Italiano si sono impoveriti' = Italianen zijn armer geworden
'Il buco si è ingrandito' = Het gat is groter geworden
Je kunt wellicht als stelregel aanhouden dat je diventare kunt gebruiken als iets opeens iets anders is geworden (in jouw ogen, dus ook als je iets of iemand lang niet hebt gezien).
WORDEN MET 'VENIRE'
'Venire' betekent komen in het Italiaans, maar het wordt regelmatig gebruikt om worden mee te zeggen, zie bijvoorbeeld:
'Viene detto' = Het wordt gezegd
'Viene fatto' = Het wordt gedaan
'Viene usato' = Het wordt gebruikt
'Viene accompagnato' = Hij wordt vergezeld
'Viene pulito' = Het wordt schoongemaakt
'Vengono abbandonati' = Ze worden achtergelaten
'Viene bevuto' = Wordt gedronken
'Lui viene rispettato' = Hij wordt gerespecteerd
'Il processo viene guidato' = Het proces wordt geleid
Je kunt in veel gevallen waarin je 'venire' gebruikt de zin anders maken zonder dat de betekenis verandert en op die manier worden gewoon weglaten ... In het Nederlands maken we vaak constructies als: X wordt verplaats / aangestoken / opgezet etc. Deze constructie kun je makkelijk veranderen in ze verplaatsen / ze steken aan / ze zetten op etc. Bijvoorbeeld:
De keuken wordt verplaats = 'Spostano la cucina' (makkelijker dan: 'la cucina viene spostata')
Het vuur wordt aangestoken = 'Accendono il fuoco' (makkelijker dan 'il fuoco viene acceso')
De tent wordt opgezet = 'Montano la tenda' (makkelijker dan 'la tenda viene montata')
Het huis wordt opgeknapt = 'Ristrutturano la casa' (ipv 'la casa viene ristrutturata')
Deze dingen worden gezegd = 'Dicono queste cose (ipv 'queste cose vengono dette')
ANDERE VORMEN VAN WORDEN
Dat werd tijd = 'Era ora'
Hij wordt tachtig = 'Compie ottant'anni' (zie ook: jarig zijn en X jaar worden)
'Il cane può arrivare a 15 anni' = de hond kan 15 jaar oud worden
IS DIT VERWARREND?
Vind je dit allemaal maar verwarrend (dat is het namelijk ook!), dan kun je proberen om deze hele constructie met worden uit de weg gaan door de zin anders te maken. Bijvoorbeeld:
Het wordt gezegd = ze zeggen = 'Dicono'
Hij wordt vergezeld = 'Lo accompagnano'
Het gat is groter geworden = 'Il buco è più grande adesso' (het gat is nu groter) / 'Il buco è diventato più grande'
Hij is moe geworden = 'Ora è stanco' / 'Dopo era stanco'