Voor stoppen zijn er in het Italiaans woorden als smettere, finire en fermare

Stoppen is weer zo'n typisch Nederlands woord waar in het Italiaans meerdere woorden voor bestaan, afhankelijk van het soort stoppen dat wordt bedoeld. In het Italiaans heb je onder andere 'smettere', 'finire', 'fermare' en 'fermarsi'.

Smettere

'Smettere di fumare' = Stoppen met roken
'Smettere di lavorare' = Stoppen met werken
'Smettila!' = Hou ermee op!
'Ho smesso d'andarci' = Ik ben gestopt erheen te gaan
'Lui ha già smesso con il suo hobby tre mesi fa' = Hij is al drie maanden geleden met zijn hobby gestopt

'Smettere di' = Stoppen met - gevolgd door een werkwoord
'Smettere di bere' = Stoppen met drinken
'Smettere di mangiare la carne' = Stoppen met vlees eten

'Smettere con' = Stoppen met - gevold door een zelfstandig naamwoord
'Smettere con l'alcol' = Stoppen met alcohol
'Smettere con la carne' = Stoppen met vlees

Fermare

'Puoi fermare quella macchina?' = Kun je die auto stoppen
'Ferma la stampante un attimo per favore' = Kun je alsjeblieft de printer even stopzetten?
'Ferma il ladro!' = Stop de dief!

'Fermare' is bovenal iets stoppen dat in beweging is.

'Fermare' kan ook dichtdoen betekenen, net als 'chiudere'. Dit komt omdat het eigenlijk stabiel maken betekent.
'Ferma la porta quando esci!' = Doe de deur dicht wanneer je naar buiten gaat
'Le porte della metro si stanno già fermando' = De deuren van de metro zijn al dicht aan het gaan

Fermarsi

'Lui non si ferma mai' = Hij stopt nooit
'Si è fermato a parlare con una donna' = Hij is gestopt om met een vrouw te praten
'Fermati un attimo per favore' = Stop even alsjeblieft
'Ci siamo fermati per una breve pausa' = Wij zijn gestopt voor een korte pauze
'Non mi piace fermarmi quando sono in viaggio' = Ik hou er niet van te stoppen als ik onderweg ben
'Si ferma solo per dieci minuti' = Hij/zij stopt maar tien minuten

Finire

'A che ora finisci stasera?' = Hoe laat stop je vanavond? / Hoe laat ben je vanavond klaar
'Falla finita!' = Stop ermee!

'Finire' kan stoppen betekenen, maar ook eindigen / klaar zijn.
Zie ook: Fine - fino a

'Questo lavoro non finisce mai!' = Dit werkt eindigt nooit
'Lui ha finito finalmente' = Hij is eindelijk klaar 

Zie ook: Pronto of finito