Het gebruik van più in het Italiaans

In het Italiaans gebruik je 'più' voor meer. Het is ook bijna altijd de vergrotende trap (groot - groter - grootst = 'grande - più grande - il/la più grande'). Ik heb gemerkt dat het gebruik van 'più' soms niet goed gaat, dus hieronder geef ik wat voorbeelden.

Om te beginnen zeg je min of meer in het Italiaans andersom (net als in het Engels trouwens): 'più o meno'.

'Oggi sei più riposato di ieri' = Vandaag ben je meer uitgerust dan gisteren
'Non ho più fame' = Ik heb geen honger meer
'La casa nuova è più piccola di quella vecchia' = Het nieuwe huis is kleiner dan het oude
'Non c'è più nessuno' = Er is niemand meer
'Ne vorrei di più' = Ik zou er meer van willen
'Andare a piedi è più lento che andare in bici' = Lopen is langzamer dan fietsen
'Non lo vedo più da due anni' = Ik zie hem sinds twee jaar niet meer
'Lei ha più coraggio di lui' = Zij heeft meer moed dan hij / Zij is moediger dan hij
'Sono più stanca di ieri' = Ik ben meer moe dan gisteren
'Non ne posso più' = Ik ben het zat (letterlijk: ik kan ervan niet meer)
'Ora fa più freddo di stanotte' = Het is nu kouder dan vannacht
'Abbiamo studiato più dell'altra volta' = We hebben meer gestudeerd dan de andere keer
'Non abbiamo più bisogno di cambiare macchina' = We hoeven niet meer van auto te wisselen
'Nessuno porta più una mascherina' = Niemand draagt nog een mondkapje
'Non c'è più posto' = Er is geen plek meer
'Lui pesa più di lei' = Hij weegt meer dan zij
'Un po' di più' = Iets meer
'Lei ha più di cento anni' = Zij is meer dan honderd jaar oud
'Di quelle mele ne vorrei di più' = Van die appels zou ik er meer willen
'Non mi ricordo più che cosa ho detto' = Ik herinner mij niet wat ik heb gezegd
'Lei è più giovane di me' = Zij is jonger dan ik
'Non riesco più a leggere senza occhiali' = Het lukt mij niet meer om zonder bril te lezen

'Più' is ook plus in een som.
'Due più due è quattro' = Twee plus twee is vier

In sommige gevallen gebruik je 'più che' in plaats van 'più di':
'La nuova casa è più grande che la vecchia casa' = 'La nuova casa è più grande di quella vecchia'
'Preferisco parlare l'Italiano più che il Cinese' = Ik spreek liever Italiaans dan Chinees
'Quel grattacielo è il più alto del mondo' = Die wolkenkrabber is de hoogte ter wereld
'Quel grattacielo è il più alto che io abbia mai visto' = Die wolkenkrabber is de hoogste die ik ooit heb gezien

Verwarring wanneer je 'più' gebruikt of 'di più'

'Vorrei più mele' = Ik zou meer appels willen
'Ne vorrei di più' = Ik zou er meer van willen

'Oggi ci sono più persone' = Vandaag zijn er meer mensen
'Oggi le persone sono di più' = Vandaag zijn de mensen in meer

Dammi un po' di più = Geef mij een beetje meer
Dammi un po' più di vino = Geef mij een beetje meer wijn

'Pagare di più' = Meer betalen
'Pagare più di lei' = Meer dan zij betalen

'Non funziona più' = Het werkt niet meer
'Non ci vado più' = Ik ga er niet meer naartoe
'Ci sono più cani = Er zijn meer honden
'Più e più persone smettono di mangiare la carne' = Steeds meer mensen stoppen met vlees eten

'Ogni anno ci sono più alberghi' = Elk jaar zijn er meer hotels
'Ogni anno ci sono di più' = Er zijn er elk jaar meer

Verwarring tussen 'più' en 'ancora'

'Ancora' betekent nog!

'Non ci sono più' = Ze zijn er niet meer
'Non ci sono ancora' = Ze zijn er nog niet

'Abbiamo ancora due posti liberi' = We hebben nog twee plekken vrij
'Non abbiamo più posto per un gruppo di quattro' = We hebben geen plek meer voor een groep van vier

'Non esiste più' = Het bestaat niet meer 
'Esiste ancora' = Het bestaat nog

'Non più' = Niet meer
'Non ancora' = Nog niet

'Non lo facciamo più' = Wij maken / doen dan niet meer
'Non lo facciamo ancora' = Wij maken dat nog niet

'Purtroppo lei non c'è più' = Helaas is zij er niet meer
'Per fortuna lei c'è ancora' = Gelukkig is zij er nog

'Non ho più trent’anni' = Ik ben geen dertig meer
'Non ho ancora trent’anni' = Ik ben nog geen dertig

'Non lavora più' = Hij/zij werkt niet meer
'Non lavora ancora = Hij/zij werkt nog niet

'Non è più possibile' = Het is niet meer mogelijk
'È ancora possibile' = Het is nog mogelijk

Verwarring tussen 'più' en 'molto / tanto'

'Molto' en 'tanto' worden veel gebruikt, zie ook: Molto / molta / molte / molti

Veel mensen die Italiaans beginnen te spreken vergissen zich tussen più en molto of molta. Hier wat voorbeelden om het verschil duidelijk te maken:

'Ho più energia' = Ik heb meer energie
'Ho molta energia = Ik heb veel energie

'Lei ha molti soldi' = Zij heeft veel geld
'Lei ha più soldi' = Zij heeft meer geld

 

Zie verder ook: Ancora - già - di nuovo (nog - al - weer)