Boodschappen doen is in het Italiaans 'fare la spesa'. Echter, 'la spesa' betekent niet de boodschappen'. Het is de uitgave. Het komt van 'spendere', geld uitgeven
'Ha fatto una grande spesa' = Ik heb veel boodschappen ingekocht'
'Ho comprato tante cose / molte cose' = Ik heb veel dingen gekocht
'Chi viene con me a fare la spesa?' = Wie gaat er met mij mee boodschappen doen (let op meegaan is 'venire con')
'La borsa della spesa' = De boodschappentas
'Il mese scorso ho avuto tante spese' = Afgelopen maand heb ik veel uitgaven gehad
'Le spese fisse sono alte' = De vaste lasten zijn hoog
'Non ho speso una Lira' = Ik heb geen cent uitgegeven
'La spesa è aumentata' = 'Le spese sono aumentate' = De kosten zijn hoger geworden
'Non badare a spese' = De kosten spelen geen rol
'La spesa pubblica' = De overheidsuitgaven
'Il rimborso spese' = De onkostenvergoeding
Wat zou de grote boodschap dan zijn? Net zoals in het Nederlands, bestaan er in het Italiaans veel verschillende manieren om over poepen te praten. Alle manieren draaien om het echte woord heen. Heel neutraal is 'andare al bagno', naar de WC gaan. 'Cagare' is het minst elegant en hoor je dus ook vaak, bijvoorbeeld in 'vai a cagare' zoiets als rot op.