In de Italiaanse taal zijn verschillende woorden voor koken

Bijna bij iedereen die Italiaans leert geeft ‘cuocere’ verwarring in het begin. Ik vermoed dat dat komt omdat ‘cuocere’ een beetje klinkt als koken, echter ‘cuocere’ betekent gaar maken. Voor koken zijn verschillende woorden, afhankelijk van wat je kookt of daarmee bedoelt.


In het Nederlands koken en bakken we erop los. Het water kookt, de kok kookt en de bonen zijn gekookt. In het Italiaans werkt dat anders. 'L’acqua bolle' (het water kookt), 'Il cuoco cucina' (de kok kookt) en 'i fagioli sono cotti' (de bonen zijn gekookt).

'Bollire' = het koken van water
'Cuocere al forno' = in de oven bakken
'Fare una torta / preparare una torta' = Een taart bakken
'Cuocere la pasta' = pasta koken
'Cucinare bene' = goed koken
'Cucinare / Preparare da mangiare' = Eten klaarmaken / koken
'La panna cotta' = letterlijk: de gare room
'Cuocere a vapore' = stomen
'Chi cucina stasera?' = Wie kookt er vanavond?
'Hai cucinato proprio bene!' = Wat heb je lekker gekookt! 
'La cucina' = de keuken
'Cucinare' = koken
'La cucina Italiana' = de Italiaanse keuken
'Lei ha comprato una nuova cucina per suo marito' = Ze heeft een nieuwe keuken gekocht voor haar man
'Un angolo cottura' = een keukenhoek
'Le patate al forno' = gebakken aardappeltjes uit de oven
'La pizza cotta a legna / la pizza cotta nel forno a legna' = de pizza uit de houtoven
'La pasta è cotta?' = is de pasta gaar?
'Hai mai preparato la pasta dolce?' = heb je wel n's zoete pasta gemaakt?

'La pasticceria' = de banketbakkerij
'Il pasticcere' = de banketbakker
'Il forno' = 'Il panificio' = de bakker

'Un pavimento di cotto' = een terracotta vloer (terra cotta = gare aarde)

Een korte video geeft nog wat uitleg: