Voor elke vorm van ijs heeft de Italiaanse taal een ander woord

Wie kent het woord 'gelato' niet! Het betekent uiteraard ijs. Wat veel mensen niet weten is dat het komt van 'gelare' en dat is Italiaans voor vriezen.
Bevroren water is ook een vorm van ijs (aanmerkelijk minder lekker) en is 'ghiaccio' in het Italiaans.

Een 'congelatore' is een diepvries.
'Congelare' is dus uiteraard invriezen. 'Scongelare' is het omgekeerde, zoals dat wel vaker voorkomt met een 's' voor een woord, dus ontdooien.

Wat voorbeelden met 'gelare':
'Da noi gela' = Bij ons vriest het
'Oggi tutto è gelato' = Vandaag is alles bevroren
'Quando gela può essere scivoloso' = Wanneer het vriest kan het glad zijn
'Stanotte ha gelato' = Vannacht heeft het gevroren

'Ghiaccio' spreek je uit als 'kijatsjio' (de 'h' geeft een 'k' klank).

'Un ghiacciaio' is een gletsjer.

'Gli Olandesi pattinano sul ghiaccio naturale quando gela a lungo' = Nederlanders schaatsen op natuurijs als het lang vriest
'Quando gela in Olanda, tanti sperano di poter pattinare sul ghiaccio naturale' = Als het vriest in Nederland hopen veel mensen op natuurijs te kunnen schaatsen
'L'acqua è ghiacciata' = Het water is ijskoud 
'C'è ghiaccio sull'acqua' = Er ligt ijs op het water
'Ho lasciato una bottiglia di acqua nel congelatore e adesso è ghiacciata' = Ik heb een fles water in de diepvries laten liggen en nu is die bevroren

Je kunt ook, in plaats van 'gelare' vriezen gebruiken:
'Oggi è meno tre' = Vandaag is het min drie
'Ieri era sotto zero' = Gisteren was het onder nul