De Italiaanse feestdagen lopen niet helemaal gelijk met de Nederlandse, en de namen zijn soms ook verrassend.
Feest is 'Festa'. 'Giorno di Festa' = Feestdag. 'Un giorno libero' = Een vrije dag.
Te beginnen bij Kerstmis. We vieren eigenlijk de geboorte van Jezus Christus op 25 december. 'Nascere' is geboren worden en 'Gesù è nato il 25 dicembre' = Jezus is op 25 december geboren. 'Natale' (daar zit geboren 'nato' in) is dus 25 december.
Kerstavond is 'La Vigilia di Natale'. 'I vigili del fuoco' = de brandweer. 'I vigili' = de stadspolitie. 'Vigilare' betekent waken. De Kerstwaak is dus de betekenis van 'La Vigilia di Natale'.
Tweede Kerstdag heeft in het Italiaans weinig meer met geboren worden, of daarvoor waken, te maken, want het heet Santo Stefano (Heilige Stefano).
In Italie hebben we vervolgens ook nog de 'Epifania' op 6 januari, ook wel 'La Befana' genoemd. Het is het feest van Driekoningen. In Italie vliegt er een heks op een bezemsteel rond die zoet brengt aan brave kinderen en roet voor stoute kinderen. Kinderen hangen een sok bij de open haard of kachel en daar komt het zoet/de roet in. Het lijkt qua symbolen erg op Sinterklaas.
Dan komt Pasen, 'Pasqua'. De zondag is 'Pasqua' en de maandag, tweede Paasdag, heet in het Italiaans 'lunedì di Pasqua' of 'Pasquetta'.
In Italie wordt Pinksteren en Hemelvaart niet gevierd met vrije dagen en de meeste Italianen hebben geen idee (meer) wat deze dagen zijn.
Wel vieren we in Italie 25 april, 'l'anniversario della liberazione', bevrijdingsdag.
Daarna komt 1 mei, 'il Giorno del Lavoro' De Dag van de Arbeid.
Op 2 juni is het Feest van de Republiek 'La Festa della Repubblica'.
Vervolgens is op 15 augustus een heel belangrijke dag, namelijk 'Ferragosto' ofwel 'Assunzione di Maria', dat wil zeggen Maria Hemelvaart.
Op 1 november vieren we Allerheiligen 'Tutti i Santi'.
Tot slot hebben nog vrij op 8 december, 'l'Immacolata Concezione' hetgeen de onbevlekte ontvangenis (van Maria) betekent.